Wat wilden we bereiken?
Speerpunt | Toelichting | ||
01 – Een budgetneutraal Sociaal Domein | Ook in de komende jaren houden wij vast aan budgetneutraliteit in het Sociaal Domein. We investeren in het voorkómen van (complexe) zorgvragen. Want zo kunnen we de kwaliteit van de zorg goed houden, tegen lagere kosten. | ||
02 – Goede maatschappelijke ondersteuning voor mensen die dat nodig hebben | Wij willen de maatschappelijke ondersteuning goed houden. Ook als de maatregelen uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte III leiden tot meer vraag naar zorg. | ||
03 – Ons beleid past bij de landelijke ontwikkelingen | In de komende jaren krijgen wij twee nieuwe taken: 1. Mensen met verward gedrag en 2. Beschermd wonen en opvang. Wij pakken deze taken tijdig op. | ||
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Activiteit | Toelichting | ||
01 – Een budgetneutraal Sociaal Domein | |||
Wij willen complexe zorgvragen voorkomen | Wij willen complexe zorgvragen zo vroeg mogelijk signaleren en oppakken. Dit doen wij door het ontrafelen van een aantal dure casussen. We verbeteren zo passende ondersteuning.
| ||
Toelichting status activiteit | |||
Onderzoek intensieve jeugdhulptrajecten: Scherper indiceren is ingevoerd. De administratie checkt op match productcode, indicatie, duur en eventuele stapeling van zorg. De kwaliteitsmedewerker checkt op kwaliteit van ondersteuning en op de te bereiken doelen. Offertetrajecten en perspectiefregie op dure casussen zijn belegd bij de klantmanagers Jeugd. Doelmatig- en Rechtmatigheidsonderzoek wordt gedaan bij zorggebruikers. | |||
Wij kopen ondersteuning in die past bij de hulpvraag van de inwoner | Het resultaat van ondersteuning verbetert. De inzet is korter waardoor de kosten lager zijn. In 2020 evalueren wij de budgetneutraliteit en nemen een besluit over een sluitende begroting voor het Sociaal Domein in 2021. | ||
Toelichting status activiteit | |||
De evaluatie budgettair neutraal sociaal domein is in november 2019 gestart en is verbreed met de vraag ‘Wat mag het sociaal domein kosten?' (financiële grip in het sociaal domein). De bedoeling is dat de input verwerkt wordt in de perspectiefnota 2021 e.v. en de begroting 2021. De evaluatie behelst zowel een financiële component (naar de onttrekking van de reserve sociaal domein) als een inhoudelijke component naar de transformatieopgave ‘anders denken, anders doen’. Diverse ontwikkelingen (zoals reguliere groei vraag naar voorzieningen, stijging in tarieven van aanbieders en de invoering van het Wmo abonnementstarief) leiden tot stijging van de kosten. De tekorten in het sociaal domein lopen op. Daarom zijn we in gesprek met netwerkpartners, aanbieders en het sociaal team hoe we hierop kunnen anticiperen. | |||
02 – Goede maatschappelijke ondersteuning voor mensen die dat nodig hebben | |||
Wij organiseren passende inkoop | Aanbieders van hulp/zorg onderschrijven de noodzaak van flexibilisering en normalisering en helpen gemeente en inwoners bij de transformatieopdracht. Wij willen versnippering voorkomen (meer samenhang in aanbod) en willen dit in een in een integrale opdracht gaan vormgeven. Dit is onderwerp van gesprek en wordt opgenomen in nieuwe inkoopcontracten. | ||
Toelichting status activiteit | |||
De transformatie is een langdurig proces waar de komende jaren nog veel werk verzet moet worden. Denk daarbij aan het verhelpen van de versnippering en aan het creëren van samenhang in het zorgaanbod. Het voorliggend veld op het gebied van opvoedondersteuning is in kaart gebracht. Er is naar dubbelingen en hiaten gekeken. De opvolging moet leiden tot een integraal voorliggend aanbod. Waarop de toekomstige inkoop van maatwerk voor jeugd wordt aangesloten. Voor schulddienstverlening heeft de positie van voorliggend veld een nadrukkelijke plek in de aanbesteding gekregen. De te gunnen partij dient actief te participeren in de doorontwikkeling, zodat er een sluitende keten ontstaat van preventie naar curatie. Ook wordt gewerkt aan de voorbereiding voor de inkoop van maatwerk voor Wmo. Het gaat hierbij om (ambulante) begeleiding, dagactiviteiten en kortdurend verblijf. Hierbij wordt input van interne en externe partijen meegenomen. Er is gekeken naar hiaten in het aanbod van maatwerk, het versterken van algemene voorzieningen en hoe bestaande oplossingen beter kunnen aansluiten op de wensen van inwoners. Aandachtspunt is de samenhang met de evaluatie “Financiële grip op het sociaal domein.” De uitkomst daarvan is medebepalend voor de definitieve vormgeving van het proces in 2020. | |||
Wij organiseren beschikkingsarme toegang van ondersteuning | Wij gaan de komende jaren aan de slag om maatwerkvoorzieningen vanuit een subsidierelatie dan wel inkooprelatie (en de daarbij horende maatschappelijke effecten) om te buigen naar een algemene voorziening, zodat labelvrij indiceren mogelijk wordt voor onze inwoners en organisaties. In 2019 wordt een ‘Plan van aanpak voor labelvrij indiceren opgeleverd. | ||
Toelichting status activiteit | |||
Een beschikkingsarme toegang kan een uitkomst zijn van het transformeren naar meer algemene voorzieningen, het is geen op zich zelf staand doel. De realisatie hiervan is echter complex en daardoor vertraagd. Bij de realisatie van beschikkingsarme toegang staan kwaliteit en kostenbeheersing voorop. Dit beperkt de mogelijkheden van realisatie op verschillende deelgebieden. Voor de jeugd GGZ vindt verwijzing al veel via huisartsen plaats, hier is sprake van een beschikkingsarme toegang. Om deze toegang verder kwalitatief te versterken en instroom in gespecialiseerde jeugd GGZ af te remmen, zijn er voorbereidingen met huisartsen getroffen om de pilot praktijkondersteuners jeugd GGZ met ingang van 2020 verder uitbreiden. Het verder realiseren van beschikkingsarme toegang, binnen onze maatwerkvoorzieningen WMO en jeugd, staat op gespannen voet met de kostenstijgingen en groeiverwachtingen aldaar. Verdere ontwikkeling zal sterk ingegeven worden door de uitkomsten van “financiële grip op het sociaal domein”. Waarbij geldt dat kwaliteit en kostenbeheersing voorop staan. Binnen die kaders wordt realisatie per situatie overwogen. | |||
03 – Ons beleid past bij de landelijke ontwikkelingen | |||
Wij anticiperen op landelijke ontwikkelingen | In de komende jaren gaan wij aan de slag met:
| ||
Toelichting status activiteit | |||
De decentralisatie Beschermd Wonen is januari 2020 on hold gezet. Eind 2020 wordt over deze decentralisatie een definitief besluit genomen. Het is de vraag of per 2022 aan de randvoorwaarden voldaan is. De decentralisatie van de Maatschappelijke Opvang (en aanpalende Wmo taken) is voor langere tijd uitgesteld. De visie op de decentralisatie beschermd wonen en de transformatie van de regionale Wmo taken is in 2019 vastgelegd in het Regionaal kader zorglandschap Wmo 2020-2026. De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvgzz) is op 1 januari 2020 in werking getreden. Er zijn afspraken gemaakt over de uitvoering jeugdzorg op het AZC. | |||
Wij monitoren de gevolgen van de invoering van de vaste bijdrage voor de Wmo | In 2019 monitoren wij de gevolgen van de invoering van de vaste bijdrage Wmo. De monitor ‘vaste eigen bijdrage’ wordt opgeleverd. | ||
Toelichting status activiteit | |||
Het Rijk heeft het solidariteitsprincipe doorbroken met een vaste eigen bijdrage. Voor veel mensen met een modaal of hoger inkomen gaat de bijdrage voor de Wmo omlaag, dit heeft een forse toename van de vraag naar voorzieningen gefinancierd door de gemeente tot gevolg. De huishoudelijke ondersteuning laat ruim 1,5 maal zoveel instroom (toekenningen) zien in 2019 ten opzichte van 2018 en de woonvoorziening zelfs ruim 3 maal zoveel instroom (toekenningen). De vervoersvoorzieningen laten een beperkte stijging van de instroom zien. Deze stijging betreft de scootmobieltoekenningen; bijna 1,5 maal zoveel instroom. Als we kijken naar de groei dan betekent dit voor de totale huishoudelijke ondersteuning een extra groei van zo’n 10% in 2019 ten opzichte van 2018 naast de 10% autonome groei. De groei in 2019 ten opzichte van 2018 is 19%. De eenmalige woonvoorzieningen laten een explosieve extra groei zien van zo’n 25% (naast de 10% autonome groei). De groei in 2019 ten opzichte van 2018 is 37%. De totale vervoersvoorzieningen (leasehulpmiddelen) laten geen additionele groei zien, wel autonome groei. De groei in 2019 ten opzichte van 2018 is 6%. Echter de scootmobiel wijkt hiervan af. Daar zien we wel een toename van de vraag. Bij de woonvoorzieningen (leasehulpmiddelen) heeft het abonnementstarief geen gevolg voor de groei ten opzichte van een jaar geleden. Er is namelijk geen toename van de instroom. Er is wel een lagere uitstroom. De groei in 2019 ten opzichte van 2018 is 13%. Voorgaand beeld komt overeen met het landelijke beeld. Onze ondersteuning is onverminderd passend bij de ondersteuningsvraag, maar de betaalbaarheid er van is een belangrijk vraagstuk richting de toekomst. Mede omdat de groei nog niet genormaliseerd lijkt te zijn. Het effect van het abonnementstarief monitoren we ook in 2020, zodat we uiteindelijk ons een beeld kunnen vormen over meerdere jaren. Informatie over het eerste halfjaar van 2020 delen we in het derde kwartaal van 2020. | |||